The Little Mermaid is hartveroverend
Op zaterdag 16 juni ging in het nieuwe Luxor The Little Mermaid in première. Er ging een voor Nederlandse begrippen lange periode van try-outs aan vooraf; al op 5 mei werd de eerste voorstelling gespeeld in het Groningse Martiniplaza. Er werd in eerste instantie aangekondigd dat de Nederlandse première op 12 mei zou plaatsvinden, maar die voorstelling werd later omgedoopt tot “feestelijke voorstelling” ter viering van het jubilerende Martiniplaza. Vervolgens werd de “Internationale première” vastgesteld op 16 juni. Daarmee werd benadrukt dat dit niet zomaar een Nederlandstalige bewerking was van het Disney-origineel. Al in mei van vorig jaar werd een nieuw hoofdstuk in de samenwerking tussen Joop van den Ende’s Stage Entertainment en Disney Theatricals aangekondigd, in navolging van succesvolle bewerkingen van Disney musicals als Tarzan, Beauty and the Beast en The Lion King. Voor The Little Mermaid kreeg Stage Entertainment de ruimte om deze voor de Europese markt geheel opnieuw te bewerken. Maandenlang werd aan het verhaal gesleuteld, nummers toegevoegd aan de originele score van Alan Menken en werden decors ontwikkeld die niet alleen geschikt waren voor de Nederlandse theaters, maar ook al voorbereid om in theaters in Moskou, Hamburg en Milaan te kunnen spelen. De lange try-out periode en première op Europese schaal zijn in dat licht niet verbazingwekkend.
Deze bewerking van The Little Mermaid is gebaseerd op de Broadway-versie, die weer is afgeleid van de gelijknamige animatiefilm uit 1989. De film was destijds zo succesvol, dat deze door critici in retrospect werd gezien als het begin van de “Disney-renaissance”; na jaren van (creatieve en commerciële) armoede ging het Amerikaanse concern een ongekende bloeitijd tegemoet, waarin niet alleen succesvolle nieuwe producties werden gebracht, maar ook commercieel sterke heruitgaven van oude producties en een diversificatie van activiteiten. De animatiefilm was dus een schot in de roos, met gevolgen die ook Stage Entertainment niet onwelgevallig zouden zijn.
De animatiefilm is weer gebaseerd op het sprookje van de Deense schrijver Hans Christiaan Andersen uit 1836. Het plot van de film wijkt echter, zeker qua afloop, sterk af van het origineel. Waar het oorspronkelijke sprookje tot doel had kinderen te weerhouden van opstand tegen hun ouders, zo niet dan waren de gevolgen zeer onaangenaam, werd het bij Disney omgevormd tot een love-story met een happy end. Bij deze musicalbewerking werd dat als iets te beperkt beschouwd, dus werd de hoofdpersoon Ariël niet alleen een eigenwijs meisje dat haar geluk nastreeft, maar ook een personage dat haar eigen boontjes kan doppen.
Het verhaal
Ariël (Tessa Sunniva van Tol) is een zeemeermin en de jongste van zeven dochters van de koning der zeeën, Triton (Roberto de Groot). Ze voelt zich sterk aangetrokken tot de mensenwereld boven water, die ze graag vanaf het zeeoppervlak aanschouwt. Op een dag ziet ze het schip van de jonge prins Erik (Tommie Christiaan) en ze raakt op slag verliefd. Met de prachtige zangstem die ze van haar overleden moeder geërfd heeft, bezingt ze haar liefde. Erik hoort dit gezang en raakt geobsedeerd hierdoor. Op zijn schip zoekt hij de zeeën af, in de hoop de zangeres te vinden. Hij lijdt echter schipbreuk en wordt van de dood gered door Ariël, die hem op het strand achterlaat. Als Triton hiervan hoort, barst hij in woede uit en vernielt Ariël’s schatten uit de mensenwereld en geeft haar “zee-arrest”. In haar wanhoop zoekt Ariël hulp bij haar tante Ursula (Marjolijn Touw), de valse octopus die uit is op Triton’s macht. In ruil voor haar stem geeft ze Ariël benen, zodat ze haar geliefde Erik kan bezoeken. Als Erik haar binnen drie dagen kust, zal ze voorgoed mens blijven en kan ze haar geluk in de mensenwereld zoeken. Als hij haar echter niet kust, blijft ze eeuwig in de macht van Ursula. Met hulp van haar vrienden, de krab Sebastiaan (Juan Wells), vis Botje (Martijn Vogel) en de zeemeeuw Jutter (Dick Cohen) gaat ze op zoek naar prins Erik, in de hoop dat hun liefde binnen drie dagen zal ontluiken. Ursula, geholpen door haar sidderaal-hulpjes Slijmbal (Bas Timmers) en Slijmjurk (Barry Beijer), doet er echter alles aan om dit te voorkomen. Intussen wordt prins Erik door zijn knecht Grimsby (Alfred van den Heuvel) eraan herinnerd dat hij vóór zijn verjaardag zijn bruid moet kiezen, want dat is door hem aan de vader van Erik op zijn sterfbed beloofd. Ariël en Erik ontmoeten elkaar, maar omdat ze haar stem kwijt is, herkent Erik haar niet als de geheimzinnige zangeres, waar hij nog steeds naar op zoek is. Zal hun liefde ook onder deze omstandigheden kunnen opbloeien?
De cast is uitzonderlijk sterk te noemen, met hier en daar een verrassende keuze. Dat Marjolijn Touw een perfect geloofwaardige Disney Villain Ursula speelt, zal geen verbazing wekken. Zoals zo vaak heeft de antagonist in het verhaal een veel duidelijker karakter dan de wat “gladdere” helden en Marjolijn weet dat in alle finesses uit te beelden. Haar klank is zeer herkenbaar, haar dictie smetteloos. De relatieve nieuwkomer in de musicalwereld, Tessa Sunniva van Tol, maakt grote indruk met haar prachtige, Ariël-waardige, stem en uitstekende verstaanbaarheid. Haar uitstraling en oogopslag is die van een echte Disney-prinses. Prins Erik kan door niemand beter gespeeld worden dan door Tommie Christiaan. Hij laat hiermee zien dat hij ook een aristocratisch karakter uitstekend kan vormgeven, daarmee de kritiek weerleggend die hem ten deel viel in het TV-programma Op Zoek Naar Zorro. Het duo Tessa Sunniva en Tommie mag gerust een gedroomd koningskoppel genoemd worden. Deze productie kent echter nog een droomkoppel, namelijk de sidderaal-hulpjes van Ursula, Slijmjurk en Slijmbal; Barry Beijer en Bas Timmers raken al uitstekend op elkaar ingespeeld en hun timing is soms zo perfect dat het lijkt of de twee alen samen één karakter vormen. Juan Wells heeft als Sebastiaan een erg grote rol, wellicht net zo groot als die van Ariël. Hij heeft een prachtige stem en een uitstekende komische timing. Ger Otte is hilarisch als Chef Louis en krijgt met zijn “Les Poissons” de zaal steevast plat. Dick Cohen speelt als de meeuw Jutter een rol met een zeer eigen taalgebruik, waar vertaalster Martine Bijl zich volledig op heeft kunnen uitleven. Sowieso heeft zij het verhaal gelardeerd met woord- en toespelingen, die het ook voor de volwassen toeschouwer interessant en leuk maakt. De sterke cast en goede vertaling komen volledig tot hun recht met de prachtige en herkenbare muziek van Tony Award winnaar Alan Menken
Het zwemmen wordt uitgebeeld terwijl de spelers door de lucht vliegen, hangend aan dunne kabels. Dit ziet er niet alleen erg overtuigend en spectaculair uit, maar zorgt ook voor een complexe staging in drie dimensies. De coördinatie tussen de zwembeweging van de meerminnen en de versnelling die ze daardoor krijgen is een technisch hoogstandje, maar vraagt ook een perfecte timing van de spelers. Een compliment ook voor de staging in de scene “Reprise Les Poissons”, in de eetzaal van het paleis. De timing en het tempo van de heen en weer “vliegende” koks is indrukwekkend en geven de scene een erg komisch karakter.
Het decor versterkt de genoemde vlieg/zwemtechnieken nog eens. Het wateroppervlak kan omhoog en omlaag verplaatst worden, waarmee heel duidelijk wordt aangegeven of de scène zich boven of onder water afspeelt. De decorstukken zelf zijn dan weer simpel gehouden, hetgeen verwijst naar de oorsprong in de animatiefilm. Net als bij Beauty & The Beast wordt in een aantal scènes gebruik gemaakt van decor-achtergronden die samen een prentenboek vormen. Hoewel niet origineel, past het uitstekend bij het sprookjesthema. De kostuums zijn soms uitbundig en over-the-top (zoals in de “Onder de zee” scène), dan weer in welhaast getekende stijl. Hier en daar zijn wat kritische geluiden gehoord over de pruiken, die in onderwaterscènes als een puntmuts omhoog staan (daarbij het omhoog drijven van haren suggererend), maar samen met het verplaatsbare wateroppervlak en de voortdurende zwembewegingen draagt het wel bij aan het onderwatergevoel. Het meermannenkostuum van Koning Triton laat weinig mensen- en veel vissenhuid zien, maar dat verlost de producent wel van het probleem om een acteur te zoeken met de proporties van een bodybuilder, zoals dat in de film wel het geval is. De wapperende staarten van de meerminnen geven een spectaculair zwemeffect. Het kostuum van octopus Ursula heeft zelfs een eigen ensemble, want zes van de acht armen worden bediend door in paars gehulde dansers, die elke beweging van de zeeheks weten te vertalen in een overeenkomstige bediening van één van haar tentakels.
Voorafgaand aan deze première heeft de redactie van MusicalJournaal de show al in Groningen, Heerlen en Breda gezien. Hoewel het hier dus nog try-outs betrof, was het publiek zonder uitzondering zeer enthousiast over de voorstelling. Geholpen door kortingsacties (onder andere de Albert Heijn 2=1 voucher) waren de zalen prima gevuld en stond het publiek na afloop op de banken. The Little Mermaid weet jong en oud een prima avond entertainment voor te schotelen. Een garantie op een succesvolle Europese tour is het (nog) niet, maar het Nederlandse publiek heeft deze kleine zeemeermin in ieder geval in haar hart gesloten.
Als dit, net zoals de bij de animatiefilm en Disney, een voorbode is van een nieuwe bloeiperiode van Joop van den Ende Theaterproducties, dan zou het ook voor de musicalbranche in Nederland een waar geworden sprookje kunnen zijn. Wat ons betreft is het in ieder geval een lichtpuntje in donkere tijden, een perfecte afleiding en een onderhoudend avondje theater.
The Little Mermaid speelt tot 26 augustus als reizende productie in theaters in Nederland en wordt daarna de vaste productie in het Beatrixtheater in Utrecht. Meer info: www.musicals.nl/
Frank
Recensie: The Little Mermaid is hartveroverend: http://t.co/78Wizh2J @LittleMermaidNL
— musicaljournaal (@musicaljournaal) June 16, 2012