Legally Blonde: Pretty in Pink?
De uitdaging, vanavond donderdag 4 november 2010, was om zo onbevooroordeeld als mogelijk de voorstelling ‘Legally Blonde’ te gaan bekijken. De première van deze nieuwe V&V-productie vond inmiddels al weer ongeveer zo’n vier weken geleden plaats in Tilburg en dus absorbeer je in de tussentijd de nodige recensies, loftuitingen, kritiek en andere reacties. En die wisselden nogal van toon, van lyrische geluiden over de prestaties van de ene acteur tot stevige kritiek op de andere.
Elle Woods (Kim-Lian van der Meij) is tot over haar oren verliefd op Warner (Roy van Iersel), maar juist op het moment dat zij zijn huwelijksaanzoek verwacht, verbreekt hij hun relatie omdat hij, mede beïnvloed door zijn ouders, op zoek wil naar een meisje dat beter past bij zijn sociale status. Om hem te overtuigen van haar capaciteiten en zijn liefde terug te winnen, volgt zij hem naar de Harvard Universiteit om –net als Warner- een rechtenstudie te volgen. Tussen alle Harvard-studenten valt Elle door haar meisjesachtige gedrag en kleurige roze kleding buiten de boot, maar ze sluit vriendschap met de serieuze en hardwerkende Emmett (Joey Schalker). Hij is degene die haar weet te motiveren en door te zetten. Het lukt Elle vervolgens als stagiaire aan de slag te komen bij professor Callahan (Raymond Kurvers). Door haar hart en intuïtie te volgen, bereikt ze uiteindelijk haar doel en lukt het Elle haar studie succesvol af te ronden. En natuurlijk probeert de arrogante Warner, die inmiddels door zijn nieuwe vriendin aan de kant is gezet, haar terug te krijgen door haar alsnog een huwelijksaanzoek te doen, maar Elle, vol zelfvertrouwen, weet inmiddels wel beter en kiest voor de ietwat sullige, maar integere Emmett. Naast deze hoofdlijn zijn er nog diverse andere, kleinere rollen, zoals die van kapster Paulette die bevriend raakt met Elle en als ultieme droom heeft een Ierse man aan de haak te slaan.
De grootste ontwikkeling maakt uiteraard de hoofdrolspeelster door: van een naïef, oppervlakkig, roze meisje tot min of meer serieuze advocate die het licht ziet in wat een man moet hebben om haar gelukkig te maken. Kim-Lian van der Meij doet dit met overgave en met een ongelooflijke energie en enthousiasme. In zestien van de achttien nummers zingt zij mee en ze is vrijwel continu op het toneel. Een zware rol dus die ze zeer sterk vertolkt. Toch bekruipt regelmatig het gevoel dat zij in haar uitstraling wat te ‘volwassen’ is voor het meisje dat ze speelt. De rol van Roy van Iersel is vrij klein, al is hij regelmatig op het toneel te zien. Vocaal is hij gegroeid sinds hij meespeelde in de musical ‘Joseph’, maar zijn spel is te eendimensionaal. De rol die Joey Schalker speelt, lijkt in een aantal opzichten sterk op zijn vorige rol, die van Dennis in ‘All Shook Up/Love Me Tender’. Hij weet te overtuigen als de wat sullige, hardwerkende en zorgzame medestudent, maar zijn uitstekende comedy timing kan hij nauwelijks inzetten. Het is te hopen dat hij in een volgende rol andere kanten van zichzelf kan laten zien, want hij heeft veel meer in huis dan hij kwijt kan in deze productie. Raymond Kurvers zet een professor Callahan neer die in ieder geval qua uiterlijk en motoriek af en toe aan Pim Fortuin doet denken. Cindy Bell speelt wel een overtuigend bijrolletje als Brooke, maar de rest van de rollen wordt nogal vlak gespeeld en eerlijk gezegd valt daar qua spel weinig over te melden.
Dit is wellicht inherent aan het verhaal van de musical zelf: een oppervlakkig verhaal, dat het moet hebben van vermaak, liedjes, simpele grappen en kleurtjes. De vormgeving van het decor draagt daar verder aan bij. Het is eenvoudig gehouden en oogt soms goedkoop (bijvoorbeeld door de bordkartonnen ‘snelle auto’ en een idem caravan), al is het effect van de houten zuilen die zowel in de studiezaal als in de rechtbankscènes worden gebruikt, mooi en strak. Echter, bij de scene van het ‘Griekse koortje’, wanneer de achterkant van deze zuilen wordt gebruikt en een deel van het ensemble op een soort blokken zit, bewegen de decorstukken onbedoeld angstwekkend heen en weer en ben je bang dat de boel in elkaar stort. De meest beeldende scène is het openingsnummer van de tweede acte, dat plaatsvindt op de buitenplaats van de gevangenis. Een in de verte verdwijnend hek met prikkeldraad suggereert schitterend deze locatie en het beeld wordt versterkt door de superstrakke choreografie en staging. Voor de rest oogt de choreografie/staging regelmatig rommelig, danst het ensemble niet altijd even gelijk en is de verstaanbaarheid van het ensemble minder dan zou moeten. Wat de kleding betreft, hebben de heren het in deze productie het best getroffen met hun donkere pakken, zoals gedragen door de professor en de rechtenstudenten. Voor de rest zijn het vooral veel kleurtjes en dunne, synthetisch ogende stofjes, al dan niet met glimmertjes en natuurlijk vooral veel roze. Daarnaast is niet gekozen voor een bepaalde stijl, het is van alles wat en vormt geen harmonieus geheel, noch in vormgeving noch in kleurstelling. Ook teleurstellend was de muziek, die niet pakkend genoeg is om te blijven hangen. De vertaling van de nummers (en het script) levert soms leuke vondsten op, maar spreekt voor de rest weinig tot de verbeelding.
De cast speelt de hele voorstelling vol energie, werkt hard en heeft er duidelijk zin in, maar al met al komt deze productie helaas niet boven de middelmaat uit.
Stefanie