‘Grease’ is nog steeds een feestje, maar niet zonder kater Iconische musical gaat voor de vierde keer in première in Nederland
Grease is terug! De aanloop was wat langer dan gebruikelijk, vanwege de ‘Op Zoek Naar’-zoektocht, waar we uitgebreid verslag van hebben gedaan. Toen winnaars Danique Graanoogst en Tristan van der Lingen gekroond werden tot Sandy en Danny, was de rest van de cast al enkele weken bezig met de repetities. In vier weken tijd werden de hoofdrolspelers klaargestoomd, om vervolgens een maand lang try-outs te spelen voor besloten publiek, in Theater DeLaMar in Amsterdam. Twee maanden na de finale van ‘Op Zoek Naar’ werd eindelijk de première gespeeld, al sloeg de motor van Greased Lightnin’ vlak voor de start nog af. Een doorgeslagen stoppenkast zorgde enkele minuten voor de start voor een vertraging van ruim drie kwartier, maar toen de gordijnen eindelijk open gingen, ontving het publiek de cast met een daverend applaus.
Al een halve eeuw spreekt het liefdesverhaal tussen de tieners Danny en Sandy miljoenen mensen aan. De film wordt met regelmaat nog op TV/streams getoond en in 25 jaar tijd zien we alleen in Nederland al vier professionele producties van Grease. De muziek blijft terugkomen in elke top 1000/2000/4000 en voor velen zal het een guilty pleasure zijn om dit hard mee te blèren als je alleen in de auto zit. Herkenbare feel-good is het unieke selling-point van Grease.
Deze uitvoering van Grease hinkt op twee gedachten, tussen herkenning en vernieuwing, waarbij het vernieuwen eerder een doel op zich lijkt te zijn, dan een bijdrage aan het verhaal. Het hielp daarbij niet dat alle try-outs gespeeld werden voor een publiek van loterijwinnaars, dat (op zijn minst deels) minder kritisch is dan het gemiddelde musical-publiek. Dat heeft zeker het verkrijgen van echt representatieve feedback in de try-out periode negatief beïnvloed. In de grote shownummers is de herkenning er zeker en daardoor is Grease ook deze keer weer een feestje.
Wellicht doordat de casting van de hoofdrolspelers werd overgelaten aan het publiek, is er niet specifiek gematched op de chemie tussen Danny & Sandy. Die is dan ook beperkt, voornamelijk doordat Tristan de focus op zijn medespeler lijkt te missen. Het spel komt wat plichtmatig over en mist overtuiging en inleving. Danique bewijst het gelijk van het publiek, toen het haar verkoos als hoofdrolspeelster. Haar uitstraling is prachtig, ze maakt een geloofwaardige transitie van schoolmeisje naar vamp, is een geweldige danseres en zingt de nummers met veel inleving. Tristan heeft de verwachtingen nog niet helemaal waargemaakt; het schijnbare gebrek aan focus zorgt er ook voor dat hij vocaal soms steken laat vallen. Zijn dans is echter prima op orde nu en met zijn talent is ook niets mis, dus wellicht groeit hij gedurende de speelperiode nog verder in de rol.
Esmée Dekker is een overtuigende Rizzo, die haar solo-nummer ‘Het zou erger kunnen zijn’ met veel inleving brengt. Ze laat de spijkerharde Rizzo smelten, zodat haar gevoelige binnenkant zichtbaar wordt. De chemie met Kenickie (Jonathan Vroege) is echter ver te zoeken; daar zouden letterlijk de vonken vanaf moeten spatten, maar dat gebeurt niet. Rizzo’s karakterontwikkeling (en die van Sandy) wordt gehinderd door de creatieve keuze om Sandra Dee twee nummers op te schuiven, na Greased Lightnin’. De animositeit tussen Rizzo en Sandy is daardoor minder sterk (Sandy wordt meer door de hele groep in de zeik genomen dan door Rizzo alleen), waardoor ook de toenadering naderhand minder krachtig is. Ook Hopeloos Verlang Ik Naar Jou komt daardoor een beetje uit lucht vallen.
De “oudjes” in de cast (sorry Marjolijn en William) zorgen voor de hoogtepunten in de show. Hoewel de keuze om Miss Lynch een zus te geven een vreemde is, juichen we het resultaat toe, want dat betekent meer speeltijd voor Marjolijn Touw. Ze is vlijmscherp in de dialoog en spel en bewees de kracht van haar improvisatie toen ze nerd Eugene (sterk gespeeld door Luuk Haaze) toebeet dat hij van de stekker van de microfoon moest afblijven, omdat ze anders wéér drie kwartier stil zouden liggen. Een inkoppertje, dat wel, maar ze maakte het met perfecte timing af. Het zou mooi zijn als ze meer ruimte kreeg hiervoor, al raden we niet aan dat daarvoor een doorslaande stoppenkast gebruikt wordt. William’s rol van Vince Fontaine is groter dan gebruikelijk; zijn typerende DJ-rijm is karikaturaal, maar hij zingt heerlijk en het is een genot om hem weer eens te zien dansen. De choreografie van Daan Wijnands is opzwepend en ze wordt strak uitgevoerd door het ensemble.
Helaas kan deze Grease niet over de volle breedte de toets der kritiek doorstaan. Het nummer “Ik kom altijd bij jou”, door Roger/”Reet” en Jan mist elke subtiliteit en was meer een ordinaire ode aan het orgasme dan een liefdesnummer. Wellicht bedoeld als verwijzing naar de veel rauwere oer-variant uit 1971, maar in deze versie compleet misplaatst. Datzelfde kan gezegd worden over de fat-shaming grappen.
Het decor en de rekwisieten zijn niet overweldigend, al werden de decorstukken aan de zijkant nauwelijks benut, vanwege de storing voorafgaand aan de première-voorstelling. Greased Lightnin’ (de auto, niet het nummer) is verworden tot een onthoofd familie-autootje van Engels fabrikaat uit een verkeerd decennium, vermomd als Barbie-auto. Meubels zijn er nauwelijks, de clichématige blokken dienen als stoel / tafel / kermisattractie.
Voor Grease is er altijd een groot publiek. Ook voor deze Grease, want zeker in de grotere nummers is de herkenbaarheid groot. Het blijft daardoor een feestje om te zien, maar ook een waar je een dag later een licht katergevoel aan overhoudt, want vooral op creatief gebied zijn er een aantal steken gevallen.
Frank
Grease speelt nog tot eind oktober in Nederlandse theaters. Meer informatie en speellijst: greasemusical.nl