Urinetown On Tour – To Pee or not to pee, that’s the question!
In de nazomer van 2009 bracht M-Lab voor het eerst ‘Urinetown’ oftewel ‘Zeikstad, De Musical’ in Nederland op de planken. Binnen de kortste keren waren de voorstellingen uitverkocht en stonden mensen op de wachtlijst in de hoop alsnog op het laatste moment een kaartje te kunnen bemachtigen.
De absurde musical met de vreemde titel werd dus razendsnel een grote hit bij het publiek. Een paar maanden later werd deze kleine productie vervolgens beloond met maar liefst vier Musical Awards: voor beste vrouwelijke hoofdrol in een kleine productie (Suzan Seegers), voor aanstormend talent Noortje Herlaar, voor de choreografie/staging (Daan Wijnands) en voor de beste vertaling en bewerking door Jurrian van Dongen. In de tussentijd sloegen Joop van den Ende Theaterproducties en Opus One, in samenwerking met M-Lab, de handen in elkaar om deze verrassende musical in het theaterseizoen 2010-2011 te laten toeren langs de (kleine) Nederlandse theaters.
Voor deze reprise in grotere zalen dan de zaal waarin bij M-Lab werd gespeeld, was het nodig een aantal aanpassingen te doen in de choreografie/staging. Ook is er een bescheiden, maar creatief decor ontworpen, het lichtplan is aangepast en de kostuums zijn wat veranderd (en qua kleur afgestemd op het decor). Wellicht de meest invloedrijke wijzigingen vonden plaats in de cast. Suzan Seegers, René van Kooten en Jamai Loman vertolken ook dit seizoen de hoofdrollen, maar Noortje Herlaar is uiteraard niet meer beschikbaar vanwege haar rol als Mary Poppins, en is opgevolgd door Renée van Wegberg. Andere nieuwkomers zijn Fred Butter als Reinhard W. Kleinhart (i.p.v. Han Oldigs) en Ellis van Laarhoven als Winniefred Grijpstuivers (i.p.v. Frédérique Sluyterman van Loo). Daarnaast zijn er vier nieuwe gezichten in het ensemble c.q. de kleine rollen. Per saldo betekent dit dat van de oude cast nog maar vier gezichtsbepalende spelers over zijn en dat vraagt voor deze reprise enig aanpassingsvermogen van de bezoekers die vorig seizoen van ‘Urinetown’ hebben genoten en die versie nog op hun netvlies hebben staan.
Na de eerste try-outs in de (kleine) theaters van Barneveld en Veenendaal werd nu dan Amsterdam voor drie avonden aangedaan. Niet in een klein, intiem theater, maar in de enorme, rechthoekige theaterzaal van de Theaterfabriek Amsterdam. Met deze grote overgang konden de acteurs vrijdagavond 22 oktober in ieder geval nog niet optimaal uit de voeten. Zichtbaar en merkbaar was dat er een nieuwe balans gevonden moest worden tussen toneel en zaal, bereik en interactie, waarbij helaas regelmatig ‘over the top’ werd gespeeld en soms enigszins ‘geschmierd’. Ook van invloed was dat er nu een ander, breder publiek dan voorheen naar de voorstelling komt kijken. Dat is vooral merkbaar bij de kleine grapjes en verwijzingen naar andere musicals: waar in M-Lab elke toespeling ogenblikkelijk door het publiek enthousiast werd opgepikt en beloond met gelach, was dat nu veel minder het geval. En dat terwijl de verwijzingen nu sterker zijn aangezet en soms langer duren dan in de vorige versie, soms zelfs te sterk en te lang, het mag bij een korte ‘prikkel’ blijven. Overigens zijn ook een paar leuke, nieuwe toespelingen toegevoegd, zoals uit ‘All Shook Up/Love Me Tender’ en ‘Evita’.
Zou het dan toch niet gaan lukken om die kleine voorstelling, vanuit de intimiteit van het M-Lab, de grote(re) theaters in te brengen? Gelukkig was de voorstelling een dag later een stuk beter: meer overtuiging, meer concentratie en meer balans dan de avond ervoor. Ook een flinke, maar uitstekende aanpassing is nog gedaan bij het in ontvangst nemen van het applaus door de cast.
Suzan Seegers is en blijft de ster van deze show met haar briljante vertolking van de vroegwijze, komische en hartverwarmende Eefje. Keer op keer weet ze het publiek in te pakken. Wat helaas echter ontbreekt, is een (volg)spot als zij het publiek in rent omdat ze snode plannen van haar buurtbewoners niet kan verdragen. Dit is een prachtig staaltje acteerwerk, maar het is (zeker in deze grote zaal) alleen zichtbaar voor het publiek in de directe omgeving. Ook Jamai als de jonge held Bobbie Goud en René van Kooten als agent Knuppel blijven de gezichten van deze show, met natuurlijk als respectievelijke muzikale hoogtepunten ‘Sta op en loop’ en het ‘Politielied’. Fred Butter speelt voortreffelijk de rol van Reinhard Kleinhard, en met name in de tweede acte komt hij volledig tot zijn recht. Het is vooral wennen aan de nieuwe Winniefred Grijpstuivers, Ellis van Laarhoven, die zowel in fysieke kenmerken en kleding, als ook in haar spel nogal van de vorige Winniefred verschilt. Ellis acteert en zingt op zich prima, ze is gemeen, verbitterd en cynisch, maar bij tijd en wijle ook zachter en menselijker dan haar voorgangster. Zij zou nog veel meer ‘bitchy’ en harder mogen zijn in contrast met bijvoorbeeld Bobbie Goud. Ook de rol van Minister wordt op heel andere wijze ingevuld dan vorig jaar, maar het is een uitermate komische rol die sterk vertolkt wordt door Rop Verheijen, die daarnaast op geheel eigen wijze de rol van vader Goud voor z’n rekening neemt. Het enige wat een gemiste kans is, is dat hij vervolgens zijn rol in het ensemble op dezelfde manier vormgeeft als die van Minister, waardoor er twee sterk gelijkende types ontstaan. Dan mag natuurlijk Renée van Wegberg niet onvermeld blijven, die het afgelopen anderhalve jaar glansrijk de rol van vertelster in ‘Joseph’ speelde en nu de zware taak heeft de rol van Lot Kleinhart over te nemen van Noortje Herlaar. Haar prestatie in ‘Urinetown’ is sterk wisselend: de zangpartijen zijn goed aan haar besteed met als absolute vocale uitschieter het nummer over het water. Ook met de wat meer dramatische scènes (vooral in de tweede acte) komt ze redelijk goed weg. Helaas schiet ze flink tekort in de komische scènes, waardoor haar spel zeer onnatuurlijk overkomt. Ook qua qua timing valt nog veel te verbeteren. Waar Noortje ‘de lach aan haar kont heeft hangen’, moet Renée daar hard voor werken en dat zie je.
Over het ensemble kan gezegd worden dat men er opnieuw in geslaagd is diverse grappige typetjes neer te zetten. Roosmarijn van Bohemen doet het net als vorig jaar uitstekend als moeder Goud. Het vermelden waard is Mitch Wolterink, die naast zijn rol in het ensemble ook meneer Van der Valk speelt: mooi naturel en krachtig spel, goede uitstraling, uitstekende dictie, goede zang. Yoran de Bont is ook een debutant, die zijn ensemblerol met enthousiasme speelt, maar die als agent Hoenderhok soms wat wegvalt tegenover agent Knuppel (René van Kooten) en daardoor net niet sterk genoeg is als ‘aangever’. Chiara Re en Kristal Konstant spelen eveneens met veel verve en hebben beiden uitstekende stemmen. In het geheel genomen echter, waren de zangpartijen van het ensemble nog niet zoals ze zouden moeten zijn: er moet nog gewerkt worden aan meer eenheid en een betere verstaanbaarheid.
Al met al de nodige veranderingen dus ten opzichte versie van vorig jaar en zoals gezegd: het is even wennen voor de mensen die ‘Urinetown’ al in M-Lab zagen. A.s. woensdag, 27 oktober 2010, vindt de première plaats in het Oude Luxor Theater in Rotterdam. Daarna gaat de voorstelling langs diverse kleine theaters toeren om in maart 2011 in het nieuwe DeLaMar theater in Amsterdam te eindigen. Voor cast en crew alvast veel toi toi toi gewenst!
Stefanie