Toon, een clown, een lach, een traan
Afgelopen april was het 10 jaar geleden dat Toon Hermans overleed. Als laatste van de Grote Drie van het Nederlandse cabaret, samen met Wim Kan en Wim Sonneveld. Over Sonneveld was al een musical geschreven en nu dus ook over Toon Hermans. Hij stond er als cabaretier om bekend dat hij in zijn conferences geen politiek nodig had en niet de spot dreef met bestaande personen. Actualiteit speelde nauwelijks een rol in zijn conferences (in tegenstelling tot wat gangbaar is in het cabaret) en hij noemde zichzelf een clown. Daarnaast is hij één van Nederlands best verkopende schrijvers (m.n. zijn korte gedichtjes, die een genre op zich zijn geworden) en ook als kunstschilder werd hij gewaardeerd, hoewel hij tijdens zijn leven nauwelijks geëxposeerd heeft. Hij is de bedenker van de onemanshow, enkel begeleid door een paar muzikanten en soms een figurant (waaronder zijn zoon Maurice).
Zijn leven, zowel op de planken als privé, is nu vervat in een musical – althans, dat is het predicaat dat er door de makers zelf aan is gegeven. De try-outs zijn al een paar weken bezig en MusicalJournaal was bij de een-na-laatste try-out, in het Speelhuis in Helmond, op dinsdag 7 december 2010.
De cast van deze show mag uitstekend genoemd worden. Alex Klaasen, net als Toon meester in het neerzetten van typetjes, is perfect gecast als Toon. Wieneke Remmers speelt zijn vrouw Rietje (Marie), maar daarnaast ook een ensemblerol. Verder zijn er rollen voor Jan Elbertse (De Fluitjesman, alsook oudste zoon Michel), Guy Clemens (zoon Maurice), Wouter Zweers (zoon Gabriël en ensemble), Eva Poppink (ensemble) en Tina de Bruin (moeder van Toon en ensemble). Het maakt meteen duidelijk dat de musical over Toon – bedenker van de onemanshow – allesbehalve een onemanshow is.
Het begin is al direct ijzersterk; Toon komt op en neemt plaats op zijn kruk (hetgeen achteraf de originele stoel/kruk uit de “Snieklaas” scene bleek te zijn, zie foto hierboven). In een typische Toon-monoloog, legt Alex/Toon uit dat hij eigenlijk dood is en 10 jaar nadien nog één keer terug komt om zijn publiek te plezieren, maar ook om zelf nog een keer te genieten. Hij zoekt daarbij duidelijk het (oog)contact met zijn publiek, m.n. op de eerste rijen. Daarna wordt in een reeks van scenes, sketches, monologen en liedjes van Toon zijn leven geschetst. Van zijn fascinatie voor het theater en bewondering voor clown Johan Busio tijdens zijn jeugd in Sittard, tot zijn grote shows in Carre, zijn mislukte Broadway-avontuur, zijn gedichtjes (“versjes” volgens Toon) en zijn schilderijen. Ook wordt zijn rol als vader nadrukkelijk verteld door zijn drie zoons, in een scene waarin ze hun herinneringen aan hun vader samen delen. Uiteraard komt ook zijn liefde voor zijn vrouw Rietje aan de orde en hoe deze liefde hem inspireert tot veel van zijn liedjes en gedichtjes. Het is veel om te vertellen en voor de mensen die alleen komen om Toon’s bekendste werk nog een keer te zien en horen (en het leek dat dit een ruime meerderheid was, gezien de gemiddelde leeftijd van het publiek) wellicht wat té veel. Alex is op uitstekende wijze in het karakter van Toon gekropen. De onderwerpen van Toons sketches zijn vaak tijdloos (en hier blijkt het voordeel dat hij zelden de actualiteit daarin verwerkte) en Alex weet op akelig nauwkeurige wijze zijn intonatie en timbre te imiteren. Maar qua timing vertaalt hij dit toch meer naar de huidige tijd, door zeker de monologen wat sneller te brengen dan het origineel. Niet dat het op enig moment een flitsende scherpe sketch wordt, zoals zovaak in het huidige cabaret. Nee, het blijft Toon, met kleine woordjes, pauzes, een blik en een lach. Direct herkenbaar voor de Toon-fan, maar ook voor de nieuwe generatie, die Toon nooit bewust meegemaakt heeft, een zeer vermakelijk stuk cabaret. In de liedjes blijft Alex dichter bij het origineel en de schare Toon-fans in de zaal haakt daar vrij snel op in, door zachtjes mee te zingen. De lach rolt regelmatig door de zaal in de monologen en sketches, maar vooral in de liedjes blijkt ook de gevoelige kant van Toon. Alex weet die met zijn prachtige stem en acteertalent uitstekend te vertolken, misschien nog wel beter dan Toon ooit kon. Opvallend was echter dat zelfs in het Zuiden de medley van Toon’s carnavalsliedjes niet bijzonder aansloeg. Het publiek ging wél ouderwets plat bij de beroemde “Snieklaas” scene en bij de toespraak van de Voorzitter van Vereniging “Ons Genoegen”.
Is het dan een show die gericht is op de oorspronkelijke fans en bewonderaars van Toon Hermans? Zeker, deze mensen hebben een Heerlijk Avondje Toon en zullen zeker niet teleurgesteld huiswaarts gaan. Maar ook de mensen die Toon eigenlijk niet zo goed kenden zouden deze show moeten bezoeken. Het geeft het een uitgebreid beeld van een van Nederlands grootste theaterpersonalities en bewijst dat zijn werk tot de echte klassiekers gerekend mag worden. Ondanks de eigen bewering dat over 50 jaar niemand meer weet wie Toon Hermans was, is dit ook voor de huidige generatie theaterbezoekers topamusement!
Frank