Meesterlijke “Engel van Amsterdam” slot van M-Lab’s seizoen
Op donderdag 30 juni vond de première plaats van “De Engel van Amsterdam”, in het M-Lab. Deze voorstelling is de vierde uit de reeks “50 jaar musicals in Nederland”, het festival waarmee M-Lab dit jaar terug kijkt op 5 decennia musicals in Nederland, door van elk van deze perioden een karakteristieke voorstelling te kiezen. De reeks werd geopend met “Maria!”, uit de jaren ’60. Daarna volgden “Broadway in de Polder” en “Cyrano” uit respectievelijk de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw. In het nieuwe musicalseizoen zal “The Wild Party” als exponent van de eerste 10 jaar van de 21e eeuw uitgevoerd worden. Met “De Engel van Amsterdam” zijn de jaren ’70 vertegenwoordigd.
Het Verhaal
De burgemeester van Amsterdam, Gijsbrecht van Amstel (Niels van der Laan), werkt samen met zijn oom, Bisschop Gozewijn van Amstel (Rolf Koster) , om de ontluikende stad Amsterdam haar eigen kathedraal te geven. Daartoe dient echter een volkswijk te verdwijnen, hetgeen tot verzet vanuit de bevolking leidt. Dat verzet wordt geleid door Veneker van Amstel, (Milan van Weelden), daarbij ondersteund door Veneker’s vriendin Brechtje (Hilke Bierman) en de “zakenman” Vosmeer (Jasper Stokman). Om de partijen tot elkaar te brengen wordt de aartsengel Rafael (Suzan Seegers) naar de stad gestuurd. Gijsbrecht is niet alleen het doelwit van deze volksopstand, hij weet ook de druk op zich van de populaire voormalige burgemeester van Amsterdam, zijn vader Veneker. Om het leven van de arme Gijsbrecht nog complexer te maken is hij ook nog eens getrouwd met een overwerkte Grachtengordel-vrouw (Cystine Carreon), die hem voortdurend op de huid zit. Komt het conflict tot een oplossing?
Een Stukje Historie
De oorspronkelijk uitvoering van deze musical, geschreven door Lennaert Nijgh, op muziek van Joop Stokkermans (die het destijds “mijn meesterwerk” noemde), is losjes gebaseerd op Joop van den Vondel’s toneelstuk “Gijsbrecht van Aemstel”. Dat toneelstuk werd in 1638 voor het eerst opgevoerd ter gelegenheid van de opening van de eerste stenen schouwburg van Amsterdam. Vervolgens is een eeuwenoude traditie ontstaan om het op Nieuwjaarsdag uit te voeren, een traditie die tot 1968 duurde. In dat jaar ging de traditie ten onder aan de vernieuwingsdrang binnen de Nederlandse toneelwereld, die zich afzette tegen de overheidsbemoeienis met het toneel en de afhankelijkheid van de subsidiëring. Dat verzet liep uit in de “Aktie Tomaat” (1969), waarbij acteurs op het toneel met tomaten werden bekogeld. Saillant detail is dat de allereerste tomaat van deze actie werd gegooid naar Willem Nijholt. Midden jaren ’70 werd juist voor dit toneelstuk gekozen om een musicalversie te schrijven ter gelegenheid van het 700 jaar bestaan van de stad Amsterdam. Deze oorspronkelijke “Engel” werd met ruim 200 uitvoeringen vanaf de première op 9 oktober 1975 een vrij groot succes. Het was ook de eerste keer dat een Nederlandse musical de klassieke invloeden met popmuziek vermengde.
Bovenstaande historie is in deze tijden eigenlijk nog opvallend actueel. Toch is er door de bewerking en regie door cabaretier Thomas van Luyn een aantal wijzigingen aangebracht, waarmee het zich weliswaar nog steeds in 1300 afspeelt en een onmiskenbaar jaren ’70 stempel draagt, maar ook een aantal actuele thema’s heeft gekregen. In de oorspronkelijke versie was Veneker niet de vader van Gijsbrecht, maar de zoon. Door dat om te draaien werd de situatie voor Gijsbrecht nóg complexer. Daarnaast is het aanleggen van een haven vervangen door het bouwen van een kathedraal, waarmee het verhaal nog meer om de Kerk draaide. Dat gaf ruimte om een thema als het kindermisbruik in de kerk te behandelen, waar heel letterlijk geen goed woord over gezegd wordt. Ook krijgt de Engel Rafael wel heel veel trekjes van een moslima, die zich verbaast om de geneugten en verleidingen van het moderne stadse bestaan. Dit klinkt als een zware thematiek, maar omdat de onmiskenbare cabareteske uitwerking van de jaren ’70 behouden blijft, is het een erg vrolijke en humoristische voorstelling geworden. Waar het oorspronkelijke stuk van Vondel eigenlijk een treurspel was, is daar in deze voorstelling niet veel meer van te merken.
De cast is zeer sterk en veelzijdig. De kristalheldere zang van Suzan Seegers en de warme koffiebruine stem van Milan van Weelden zijn uiteraard geen verrassing. Opvallend zijn het spel van Niels van der Laan en Jasper Stokman. Daarnaast liet Cystine Carreon zien dat ze niet alleen een prachtige stem heeft en overtuigend speelt, maar ook nog eens heel aardig viool kan spelen. De mooiste scene is wat mij betreft de eerste na de pauze; ingeleid door een poppenspel van Jan Klaassen en Katrijn, om vervolgens de gehele cast als levensgrote poppenkastpoppen “bespeeld” te laten worden door de louche zakenman Vosmeer. Het maakt duidelijk wie er werkelijk aan de touwtjes trekt in deze wereld. De tweede akte heeft meer vaart dan de eerste, maar bij deze voorstelling verveel je je toch geen moment. Er gebeurt veel, met regelmatig goede staging-vondsten (o.a. het gebruik van fietsen) en grappige anachronismen, waarbij heel handig een actueel voorwerp of begrip wordt verplaatst naar de middeleeuwen, soms met schijnbaar geen ander doel dan een grappig moment te creëren.
Al met al een voorstelling die niet alleen in oorsprong meesterlijk is, maar ook in huidige bewerking én uitvoering. “De Engel van Amsterdam” speelt nog tot maandag 4 juli en is een uitstekende reden om het M-Lab te gaan bezoeken.
Frank
Meer info en kaarten: www.m-lab.nl