Jersey Boys: The Crowd Goes Wild – ook in Nederland!
The Sun Ain’t Gonna Shine Anymore, Silence is Golden, Grease. Zomaar drie willekeurige songs van Frankie Valli (al dan niet met de Four Seasons) die iedereen kent. En dit zijn dan nog nummers die niet in Jersey Boys zitten. Na de successen in de Verenigde Staten, Engeland, Australië, Canada, Zuid-Afrika en Singapore mag ook Nederland kennismaken met de musical over de legendarische groep The Four Seasons. Geen jukebox-musical zoals zovelen, waar een rijtje hits door een fictief verhaal aan elkaar wordt geregen, maar een “real-life story” over vier doodgewone jongens, van Italiaanse afkomst, uit de arbeidersbuurten van New Jersey. Voor deze jongens waren drie carrières mogelijk; bij de maffia gaan, het leger in, of een ster worden. En sterren werden ze. Meer dan honderdvijfenzeventig miljoen platen verkochten de Four Seasons in meer dan veertig jaar. Ze waren één van de weinige Amerikaanse groepen die de “Britse Invasie” (The Beatles en The Rolling Stones) midden jaren zestig konden weerstaan. En ze hadden een lead singer met de meest herkenbare stem: Frankie Valli.
Het bijzondere verhaal van The Four Seasons was vreemd genoeg nog niet eerder verteld. Hoewel, vreemd… De “Doo-wop” band had destijds een keurig imago, maar in werkelijkheid was hun achtergrond helemaal niet zo keurig. In het Amerika van de jaren zestig zou geen platenmaatschappij meer met hen willen werken, als hun schimmige verleden bekend was geworden. Het Amerika in het nieuwe millennium is er echter dol op en de “tell-all musical” heeft in minder dan 10 jaar ruim anderhalf miljard dollar opgebracht en won vier Tony Awards en een Olivier Award voor Best Musical.
Vandaag, zondag 22 september 2013, ging de eerste niet-Engelse uitvoering van Jersey Boys in première, in het Utrechtse Beatrix Theater. Zonder het kenmerkende Jersey-accent, maar gelukkig hebben de creatives er niet voor gekozen om dat te vervangen door een Nederlands dialect. De vertaling van de dialogen van Jan Rot (de songs zijn allemaal in de originele, Engelse uitvoering) wordt in keurig Nederlands –uitgezonderd het frequente vloeken en straattaal- uitgesproken. Met hier en daar een soort “Vlaamse netheid”, want twee van de vier Seasons zijn Belgen. Hoofdrolspeler Tim Driesen mag in de huid kruipen van Francesco Castelluccio, beter bekend als Frankie Valli. Zijn landgenoot Dieter Spileers is Bob Gaudio, de toetsenist en vooral componist van vele hits. Het kwartet wordt gecompleteerd door Robbert van den Bergh als bassist Nick Massi en René van Kooten, die lead gitarist Tommy DeVito speelt.
De show opent met een Franse street-rap versie van “Oh, What a Night”. Niet zonder symboliek, want net zoals rap in moderne tijden, was ook de muziek van Four Seasons ontstaan op straat, harmonieus gezongen onder een straatlantaarn. Dan is de beurt aan de Jersey Boys. Ze vertellen alle vier hun eigen verhaal – en vanuit vier verschillende gezichtspunten het verhaal van The Four Seasons. Elk van de groepsleden doet dat ook in één van de vier jaargetijden, daarmee de start, bloei, terugval en het einde van de groep symboliserend. “Dat is een metafoorrrrrrr”, zou producer Bob Crewe zeggen. Het einde is geen voorspelbare mega-mix, maar een passend slotwoord van elk van de bandleden, die elk hun eigen rol nog eens samenvatten. Met de toegift wordt het publiek nog éénmaal in extase gebracht, waardoor menig bezoeker met een big smile buitenstapt.
Net zoals Frankie Valli, is Tim zonder twijfel de ster van de show. Op het toneel maakt hij een volledige metamorfose door en combineert de typerende Valli-falsetto met een zeer sterk spel. Tim zuigt de energie op die hij van het enthousiaste publiek krijgt en geeft dat onmiddellijk terug. Het maakt zijn performance authentiek, oprecht en puur. Hij is geloofwaardig als naïeve 16 jarige, maar ook gedurende de 40 jaar daarna. Na grote rollen in Vlaanderen (We Will Rock You) en vooral Engeland (o.a. Joseph, Mamma Mia! En Rock of Ages) gaat hij ook in Nederland laten zien dat hij tot de absolute top behoort. Dieter vertelt zijn verhaal in de spotlights alsof hij nooit anders gedaan heeft. Toch is dit pas zijn eerste grote rol, nadat hij voornamelijk swing/cover rollen heeft gespeeld in Wicked, Petticoat en Love Me Tender. Hij heeft een natuurlijke onschuld over zich, die zeker bij de jonge Bob Gaudio goed past. Zijn zang en dialogen worden gekenmerkt door een goede timing en dictie en hij weet uitstekend de overgangen te maken tussen het “vertellen” en het “spelen”. Robbert van den Bergh is erg overtuigend als de stoïcijnse Nick Massi. Hij zingt de bas-partijen met een mooie, donkere stem en als hij in woede uitbarst, dan is dat speltechnisch één van de pareltjes in de voorstelling. René van Kooten verlost zich met deze rol van het René-kan-niet-dansen stempel. Hij gaat net zo strak mee in de kenmerkende Four Seasons pasjes als zijn collega’s. Tommy DeVito is niet de meest aimabele persoon (al denkt hij daar zelf anders over) en die rol lijkt René graag te spelen, al neigt het soms naar een typetje. Hij omschrijft het karakter zelf in veel interviews als de “charmante klootzak”, maar er zou meer charme in mogen.
Net zoals Frankie Valli, is Tim Driesen zonder twijfel de ster van de show.
Naast de vier hoofdpersonen zijn er mooie rollen voor Barry Beijer, als de flamboyante top-producer / tekstschrijver Bob Crewe en Hugo Haenen als de maffia-baas Gyp DeCarlo. Beiden moeten het voornamelijk van hun spel hebben en dat doen ze meesterlijk. Er zit veel humor in de voorstelling en dat is voor een groot deel zeker op het conto van Barry te schrijven. Hoewel vrouwen zeker geen ondergeschikte rol spelen in het leven van de Four Seasons, doen ze dat in deze productie wel. Lysanne van der Sijs, Willemijn de Vries en Myrthe Maljers mogen veel verschillende rollen spelen, maar krijgen daardoor niet de kans deze uit te diepen. Ook voor de mannen in het ensemble is het hard werken; voor Stefan de Kogel (die over onvermoede drumtalenten blijkt te beschikken), Mathijs Pater, Martijn Vogel, Omri Tindal en Stephan Mooijman is de voorstelling een lange reeks van verkledingen en rolwisselingen.
Het tempo van de voorstelling is enorm hoog, vanaf “Sherry” (de wereld stond op zijn kop) gaat het in sneltreinvaart, om tegen het einde weer tot rust te komen. De basis van het decor is een industrieel uitziende brug met trappen aan weerszijden, in de sfeer van een Jersey volksbuurt. Op de achtergrond versterken Roy Lichtenstein-style pop art projecties de nummers, die in concert-stijl of als een televisieopname worden gebracht. Het geheel versterkt het gevoel alsof je backstage het levensverhaal van The Four Seasons kunt volgen.
Jersey Boys wordt vaak aangeprezen vanwege de grote hoeveelheid hits, die iedereen kent. Maar je doet de voorstelling daarmee tekort. Er is daarnaast ook sprake van een pakkend verhaal, met diverse invalshoeken en thema’s en met veel humor, snelle staging en typische danspasjes. De ijzersterke cast weet elkaar en het publiek op te zwepen. Een avond Jersey Boys geeft energie, een ervaring die je wil delen en herbeleven.
Frank
Jersey Boys speelt alleen in het Beatrix Theater in Utrecht. Meer info en kaarten op de officiële site.
Scenefoto’s: Roy Beusker Fotografie/Annemieke van der Togt
Portretfoto’s: Carli Hermes