Een seizoensstart met pieken en dalen
Terwijl we nog midden in de start van het nieuwe seizoen zitten, lijken de contouren ervan al duidelijk te worden, dus tijd voor een nieuwe column. Een column die dit keer vooral ook over de cijfers gaat… Voor MusicalJournaal is seizoen 2011/2012 erg succesvol van start gegaan. Al snel na de lancering van MusicalJournaal 2.0 (een half jaar geleden) bleek dat we een enorme groeispurt doormaakten in bezoekersaantallen. Zo hadden we in april ruim 18.000 unieke bezoekers. Die groei is de laatste twee maanden alleen maar verder versneld. In september waren we erg tevreden dat we 30.000 unieke bezoekers per maand hadden. Oktober doet daar nog een forse schep bovenop en, afhankelijk van de drukte vandaag, hebben we deze maand 45.000 unieke bezoekers mogen begroeten. Maand over maand blijven we doorgroeien en dat is voor ons een teken dat onze huisstijl goed aanslaat. We zullen daarom doorgaan met het (vaak als eerste online medium) brengen van nieuws, onze eigen recensies en aandacht voor zowel grote als kleine producties. Daarnaast willen we ook zorgen dat de mobiele versies van MusicalJournaal verder uitgebouwd worden.
Maar hoe tevreden we ook zijn over de groei van MusicalJournaal, niet te ontkennen valt dat de musicalbranche als geheel moeilijke tijden doormaakt. Dat is voor een deel te wijten aan de economische omstandigheden, waardoor de musicalconsument moet kiezen uit het ruime aanbod. Het cultuurbeleid van het huidige kabinet is voor deze branche een bedreiging die de effecten van de economische terugval nog versterkt. De grootste speler in deze markt, Stage Entertainment / Joop van den Ende Theaterproducties, heeft als reactie daarop een kostenbesparingsactie doorgezet en heeft nu een reizende grote productie minder. Waar SE normaal gesproken ruim twee miljoen bezoekers per jaar begroot, wordt nu rekening gehouden met 1.8 tot 1.9 miljoen bezoekers. Dat zijn nog steeds respectabele aantallen, maar alleen al een productie als Wicked kost tien miljoen euro om het in première te laten gaan. Daar komen dus de variabele kosten van de voorstellingen nog bij. Het productiebedrijf van Albert Verlinde presenteert op dinsdag 1 november (morgen dus) haar lange termijnplan, maar ook daar wordt ongetwijfeld gerekend met een crisis-scenario. Het Musical Awards Gala is naar achteren geschoven, waarmee een tweetrapsraket voor de kaartverkoop werd beoogd; naast de musical singalong moest op het MAG voor de startende of reeds draaiende producties het visitekaartje worden afgegeven, waarmee de kaartverkoop verder gestimuleerd moest worden. Helaas voor de producenten (en daarmee, op termijn, ook voor de musicalconsumenten) was de uitwerking van het nieuwe MAG ongelukkig gekozen, waardoor de kijkcijfers vele honderdduizenden kijkers (en dus evenzovele potentiële kaartverkopen) lager waren dan eerdere jaren.
De meest recente (en nog steeds actuele) exponent van de tegenwind in de musicalbranche is ongetwijfeld De Producers, van Mark Vijn Theaterproducties. Nog geen week na de première, en lovende recensies ten spijt, moest de producent bekendmaken dat de bezoekersaantallen dermate laag waren, dat een faillissement dreigde. Daarmee zou niet alleen een voortijdig einde komen aan De Producers, maar ook aan het productiebedrijf van Mark Vijn. Er is nog een kleine kans dat er een investeerder wil instappen, mits de kaartverkopen voldoende aantrekken. Echter, volgens bericht in De Telegraaf bedragen de kosten voor deze productie 150.000 euro per week. Als we rekenen met 6 shows per week (en dat halen ze niet altijd), dan moet er elke show 25.000 euro aan kosten terugverdiend worden. Aangezien de kaarten via Seetickets met een aanbieding voor 25 euro werden verkocht, betekent dit (gerekend tegen dat actietarief als gemiddelde toegangsprijs) 1000 betalende bezoekers per show. Bij de voorstellingen in Breda waren er ongeveer 400 bezoekers per show, die waarschijnlijk niet allemaal de normale ticketprijs betaald hebben. Een snelle rekensom leert dan dat er 150% meer kaarten verkocht moeten worden en dan wordt er nog geen cent winst gemaakt. De redding van De Producers lijkt dan ook vooral een theoretische optie, tenzij een investeerder vooral om strategische redenen in het productiebedrijf wil deelnemen en verliezen op deze productie voor lief neemt.
Als deze tendens zich voortzet, dan zal dat op termijn toch een verschraling van het aanbod tot gevolg hebben. Productiebedrijven vallen om of brengen minder producties uit, waarvan ze de kosten ook nog willen verlagen. Dat ga je terugzien in minder mogelijkheden om dure producties uit het buitenland te halen, minder spectaculaire decors, kleinere ensembles en kleinere orkesten. En waar de werkgelegenheid terugloopt, wordt ook de aantrekkelijkheid van het vak minder groot, waardoor opleidingen “leeglopen” en talenten minder geprikkeld worden.
Dit is een doemscenario, waarvan we allemaal hopen dat het niet zo’n vaart zal lopen. Lichtpuntje is dat de interesse van het publiek blijft bestaan (dat zien we onder andere aan onze eigen bezoekcijfers), waardoor er een markt blijft voor producenten die in staat zijn om ook onder gewijzigde omstandigheden mooie producties te brengen die hun geld opbrengen.
Frank