Op Zoek Naar Zorro, live show 3 – Gaat na het zuur het zoet komen?
Het begint al een aardig ritme te worden. Zaterdagavond, Studio 24 te Hilversum, Op Zoek Naar Zorro, De Live Show. Met elke week een Zorrootje minder. En helaas ook een paar kijkers minder. Deze week mochten de Zorro’s allemaal de hand in eigen boezem steken; ze zouden een nummer gaan vertolken dat van hun eigen favorietenlijstje afkomstig was. En sommigen kwamen er achter dat je een nummer wel heel mooi kunt vinden, maar dat betekent nog niet dat je het zelf heel goed kunt brengen. Het werd uiteindelijk een beetje een “zure show”. Zuur in de commentaren van Willem, zuur in de reactie van de afgevallen Zorro en vooral zuur in de reacties van de fans en het zelfbenoemde incrowd musicalwereldje over de opzet, uitwerking en resultaten van de show. Het is te hopen dat na al dit zuur volgende week het zoet komt en we weer (in iets grotere getale graag!) mogen genieten van opvallende, hartverwarmende, ontroerende, opwindende (vul hier nog maar een aantal Zorro-toepasselijke bijvoeglijke naamwoorden naar keuze in) performances, gebracht door artiesten die een nieuwe kant van zichzelf laten zien en daarbij liefst boven zichzelf uitstijgen.
De opening met het groepsnummer was flitsend, maar ook een beetje rommelig, zeker vanaf de tribunes. Die mash-ups zijn vaak leuk, maar je hoeft ook niet iedere keer voor dit concept te kiezen. Kim-Lian kwam prima op, zag er prima uit, maar was in het eerste deel niet best bij stem. Als zichzelf zag ze er ook niet echt als het “Elle-type” uit. Een bewijs te meer om die “type-discussie” maar in het geheel te beëindigen. Nee, je moet een kerel van 2.05 meter geen Klein Duimpje laten spelen en een vrouwelijke Jezus in Jesus Christ Superstar lijkt me ook wat moeilijk, maar er is de afgelopen dagen en weken, binnen en buiten het programma, meer dan genoeg onzin uitgekraamd over waar het “Zorro-type” aan moet voldoen – Willem incluis.
Marijn mocht de show openen met een bekend nummer van John Legend, Ordinary People. Het werd ook wat gewoontjes gebracht. Voegde niet echt iets toe aan het nummer, maar ook niet aan het beeld dat van Marijn bestond. Zou dit mensen aansporen om op hem te stemmen? Het antwoord werd bij de result show gegeven. Nee, Marijn is geen stemmentrekker en met dit optreden al helemaal niet. Het contrast met het tweede nummer was groot. Tommie had tijdens een chatsessie al aangegeven dat West Side Story één van zijn favoriete musicals was en hij liet hier zien waarom. De nieuwe generatie musicalfans kennen deze productie waarschijnlijk minder goed, maar dit was perfect vertaald naar de huidige tijd, vooral in de choreografie en kostuums. Hij liet zien dat het mogelijk was om een complexe tour door de studio te maken, een groep dansers aan te voeren, een verhaal te vertellen, zonder 1 ademhaling te missen of hijgend het einde van het nummer te halen. Dit was modern musicaltheater in optima forma! Dat Kim-Lian daar enkel de vermeende maniertjes in opgevallen was, is hopelijk toe te schrijven aan het beperkte zicht dat ze tijdens een groot deel van dit optreden had.
Dennis de Groot bracht de rust terug in de studio, met zijn statische uitvoering van Milo’s “You Don’t Know”. Helaas mocht hij wederom niet bewegen of in de camera kijken, zodat het beeld uit de eerste live show nog eens bevestigd was. Hij wordt neergezet als de leraar Nederlands die zo mooi de chansons kan brengen, daarbij volledig voorbij gaande aan het feit dat hij ook een musicalartiest-in-opleiding is, die via de Musicall Factory in Tilburg in de voetsporen van een groot aantal gevestigde artiesten hoopt te treden. Zijn stem was goed, maar hij moet toch meer kunnen/mogen brengen dan dit. Aansluitend was het de beurt aan Mischa om het publiek in vervoering te brengen, dit keer met “Waarom ben ik hier” uit “Joe”. Waarom hij daar was, werd niet helemaal duidelijk; hij mist vooralsnog het vertellend vermogen om het publiek lang te kunnen boeien. Als hij in staat is om zijn mimiek spannender te maken (een euvel waar ook Dennis de Groot mee kampt), zal dat ertoe bijdragen dat hij de aandacht van het publiek beter kan vasthouden.
Tijd voor de rode Zorro, Dennis ten Vergert. Door velen bestempeld als finalekandidaat, moest hij nu niet alleen zichzelf verkopen, maar ook het relatief onbekende nummer uit “Next to Normal”, “I’m Alive”. Hij deed dat op van hem inmiddels bekende manier, met veel volume en heupwiegende, grote passen. Het spreekt sommige mensen wel aan, maar blijkbaar (gezien de uitslag), ook veel mensen niet. Hij kreeg het nummer én zichzelf niet verkocht.
Roman mocht hierna het gevoelige nummer “Alsof Je Bij Me Bent” laten horen. Vooraf door Frits aangekondigd met de melding dat dit nummer voor hem een bijzondere lading had, daar hij dit ook op de begrafenis van zijn vader had gezongen. Dat werd naderhand door sommigen afgedaan als onnodig op het sentiment werken, goedkope stemmentrekkerij of zelfs, zoals Willem, een privé-aangelegenheid die niets met artiest-zijn te maken heeft. Ik ben het daar pertinent niet mee eens. Roman had een goede reden om dit nummer op zijn favorietenlijst te zetten; de uiteindelijke keuze werd niet door hem gedaan. Maar toen hij de opdracht kreeg om dit nummer uit te voeren, moest hij, net als iedereen, daar zijn eigen interpretatie aan geven. Hij deed dat op zeer bewonderenswaardige manier. Zoals mijn leraar Nederlands me vroeger (toen leraar Dennis nog in de luiers lag…) inprentte, is kunst “de aller-individueelste expressie van de aller-individueelste emotie”. Dat Roman op zoek ging naar zijn eigen emotie in dit nummer en daar zijn expressie mee voedde, is geen trucje, maar juist de essentie van kunst. Al dan niet met hoofdletter k. En het publiek herkende de oprechtheid van die emotie. Toen Willem op zéér onprofessionele wijze meende dit als irrelevant te moeten bestempelen en Roman indirect beschuldigde van onprofessioneel gedrag (waarmee hij onbedoeld bewees dat kunst als een spiegel werkt…), kreeg hij een wagonlading van weerstand uit het publiek over zich. Beste Willem, natúúrlijk geldt in dit vak dat als je de emotie niet kent, je die moet “faken”, maar sommige artiesten (en Roman behoort zeker tot deze categorie) zijn zéér wel in staat om deze emotie te voelen én te vertalen in een geloofwaardige expressie. Het zou eeuwig zonde zijn om dan te vervallen in trucjes en nepgedrag. Roman had veel innerlijke kracht nodig om dit nummer tot een einde te brengen. Eigenlijk slaagde hij daar nét niet in, want het allerlaatste woord kreeg hij er niet meer uit. Dat bleek echter oneindig veel meer kracht te geven aan deze uitvoering. Toen het commentaar achter de rug was, ontspande hij, maar hij had er niet op gerekend dat Pia het voor hem zou opnemen en Willem van repliek zou dienen. Toen ontbrak hem de kracht om zich goed te houden. Het gaf dit programma een uitzonderlijk menselijk gezicht, een moment dat je bij blijft.
Na het emotionele optreden van Roman en de nasleep ervan, kwam Kelvin’s “Mack the Knife” wel érg luchtig over. Het gaf het publiek de kans om even bij te komen en achterover te leunen. Daardoor (en dat kan Kelvin niet eens aangerekend worden) kon hij het publiek ook niet écht bereiken. Jeroen kon dat ook niet, al was het maar omdat hij zijn gehele optreden hoog boven het publiek in de steigers lag. Zijn uitvoering van “Je Vernielt Me”, uit “Notre Dame de Paris”, was regelmatig onverstaanbaar en hij mist de achtergrond of ervaring om hier echt indruk mee te maken. Hij kon hier niet zijn schalkse blik gebruiken, maar bij het ontbreken van een alternatief werd het vrij uitdrukkingsloos.
Last but not least Ruud. Al voor derde keer mocht hij nu een popsong brengen, dit keer Seal’s “Kiss From A Rose”. Helaas voor hem en ons moest ook dit nummer ingekort worden. De briljante opbouw van het nummer ging daarmee verloren, hetgeen zich vooral in het rustige eerste deel manifesteerde. Ruud’s timing week sterk af van het origineel en hij mistte daardoor veel van de spannende buiginkjes in dit nummer. Toen hij gas mocht geven, kon je af en toe horen hoe goed zijn stem is, maar gemiddeld genomen heeft Ruud nog niet de gelegenheid gehad om zijn echte kracht te tonen. De vraag is of hij het kan met een écht musical-nummer, volgende week wellicht?
Dat Marijn en Dennis TV in de sing-off kwamen, werd door velen als een verrassing gezien. Dat is ook zo, als je naar hun talent kijkt en dat vergelijkt met sommige andere kandidaten. Echter, met hun nummer en uitvoering spraken ze het grote publiek onvoldoende aan, om deze te bewegen een stem op hen uit te brengen. En daarmee wordt de kern van de misvatting geraakt, dat dit een openbare auditie zou zijn waarbij diegene met het meeste talent ook automatisch wint of op zijn minst zou moeten winnen. Ook Willem (en enkele andere prominenten) dragen aan dat beeld bij en zetten de sms-ende kijkers onbeschaamd weg als “bakvissen”, die alleen maar hun stem uitbrengen vanwege de vermeende populariteit van een kandidaat. Dat is om meerdere redenen een onjuist beeld. Ten eerste is het wel erg aanmatigend, om de reden van het stemmen als bekend te veronderstellen en direct te bestempelen als een populariteitsstem. En zelfs áls dat de reden zou zijn, dan is het nog zo dat populariteit niet uit de lucht komt vallen. Wellicht in zeer korte kring rondom een kandidaat wel, maar daar win je geen wedstrijd mee. Maar de populariteit van een kandidaat is het gevolg van het laten zien van een aantal talenten en kwaliteiten. De meest voor de hand liggende zijn het bekende trio zang, dans & spel, maar, zoals de jury -Willem incluis- ook regelmatig aangeeft, is “star-quality” ook een kwaliteit waarmee je het publiek aanspreekt. Het moet dan ook geen verbazing wekken als datzelfde star-quality resulteert in genoeg stemmen om niet in de sing-off te komen.
Daarnaast, als bakvissen stemmen, los van de reden daartoe, dan is die stem net zoveel waard als de stem van een kleinkunstminnende kenner. Misschien nog wel meer, want het musicalpubliek van tegenwoordig bestaat (gelukkig) voor een groot deel uit diezelfde “bakvissen”, dus waarom zouden die niet mede mogen bepalen wie er de hoofdrol vervult? Musicals zijn veelal voor een groot publiek, zeker een productie als Zorro. En het grote publiek mag mee bepalen wie er de hoofdrol speelt. Deze zoektocht pretendeert volgens mij niet dat het de kandidaten in een mathematische reeks van oplopend talent sorteert. Het is een afval-race, met als doel een enkele winnaar te vinden, die de hoofdrol mag spelen. Troostprijzen, voor zover die er zijn, doen er niet toe. En de beste strategie om die winnaar te worden is te voorkomen dat je in de sing-off komt. Sterker nog, alle voorgaande winnaars hebben niet 1 keer in een sing-off gestaan. Met die wetenschap hebben we gisteren niet alleen afscheid genomen van Dennis ten Vergert als Zorro, maar ook van Marijn.
De kopgroep van vorige week (Tommie, Ruud, Dennis TV) kent deze week 1 afvaller, maar er heeft zich een nieuwe kandidaat bij het resterende tweetal gevoegd. Roman heeft een uitstekende tussensprint gemaakt en is nu een potentiële Zorro waar rekening mee gehouden moet worden. Volgende week 2 afvallers? Voor wat het waard is, mijn voorspelling is dat je die moet zoeken in het rijtje Mischa, Kelvin, Dennis DG, Jeroen of Marijn.
Frank