Into the Woods – pas op met wat je wenst
sprook·je (het; o; meervoud: sprookjes) eenvoudig verhaal waarin bovennatuurlijke wezens optreden, dieren of dingen kunnen spreken enz.
Dit is de betekenis die Van Dale geeft aan het woord “sprookje”. In Stephen Sondheim’s woordenboek is het echter een bouwsteen voor zijn succesmusical Into the Woods, die in 1986 in première ging in San Diego en een jaar later op Broadway tien Tony nominaties kreeg, waarvan er drie gewonnen werden.
In Nederland is Into the Woods al vaker opgevoerd, waaronder in 2001 op de De Theaterschool in Amsterdam (met Jeroen van Koningsbrugge, Wende Snijders en Javier Guzman), in 2003 in het openluchttheater in Amersfoort (Esther Maas, Ger Otte, Jorge Verkroost) en in 2007 en 2010 in een M-Lab uitvoering met o.a. Vera Mann / Lone van Roosendaal, René van Kooten, Wieneke Remmers en Freek Bartels. Nu brengt PIT Producties (onder leiding van artistiek leider Esther Maas) het stuk opnieuw in de Nederlandse theaters, in een nieuwe vertaling (Jeremy Baker) en mét een sterrencast én groot orkest.
Het moet gezegd, het is een gedurfde onderneming om een Sondheim-productie in deze omvang in Nederland uit te brengen. Sondheim staat er om bekend niet de meest toegankelijke stukken te maken en Into the Woods is daarop geen uitzondering. Het verhaal laat zich nog redelijk eenvoudig uitleggen: een bakkersechtpaar (Lone van Roosendaal en Wart Kamps) is na een heksenvloek (Esther Maas) onvruchtbaar en om een kind te krijgen, dienen ze in het nabije bos een aantal voorwerpen te verzamelen. Deze voorwerpen zijn afkomstig uit diverse bestaande sprookjes, zoals een sneeuwwitte koe (van Sjaak (Guido Spek) en de bonenstaak), het vuurrode kapje van Roodkapje (Elise Schaap), een pluk haar van Rapunzel (Esther Floor) en een glazen muiltje van Assepoester (Brigitte Heitzer). Uiteraard ontbreken de prinsen (Paul Groot, René van Kooten), een reus (stem van Karin Bloemen), de Wolf (Paul Groot), Opoe (Jeremy Baker), de boze stiefmoeder en stiefzussen (Mirjam de Rooij, Roosmarijn van Bohemen en Esther Floor) en een verteller (Laus Steenbeeke) niet.
Hoewel omschreven als “een grimmig sprookje” – waarin het lang en gelukkig niet vanzelfsprekend is – is Into the Woods toch het sterkst in de komische scènes, of het nu “bad-ass Roodkapje” Elise is, de herkenbare “silly walks” van beide prinsen of de neurotische bakker Wart. Daarnaast maakt Lone (zoals eigenlijk altijd) een sterke indruk met een perfecte inleving en dictie en is ook het duet ‘Hartenpijn’ door Paul en René erg goed. Helaas laat de verstaanbaarheid zo nu en dan te wensen over, deels door overstemming van het grote on-stage orkest en de ongetwijfeld goede mimiek krijg je vanaf rij 25 niet mee.
Zoals een goed sprookje betaamt ontbreekt de moraal niet; denk goed na voor je iets wenst, want het kan in de praktijk heel anders uitvallen. Ook blijken sommige personages een niet zo sprookjesachtige kant te hebben. Met in totaal 28 acteurs en musici op het toneel oogt het soms druk, maar dat leidt eigenlijk nergens af. In deze bezetting is Into the Woods een indrukwekkende voorstelling die zeker de Sondheim-liefhebber zal bekoren.
Frank
Into the Woods speelt tot en met 13 mei in Nederlandse theaters. Meer info en speellijst: intothewoods.nu